Afgelopen week hoorde ik het nummer Therapy van Armin van Buren op de radio. Waarschijnlijk had ik het al eerder gehoord en jij mogelijk ook, maar opeens trok het écht mijn aandacht. Want wat zingt die featerende James Newman daar nou precies?
You look like therapy
Exactly what I need
You’re where darkness meets the light yeah
The perfect remedy
To heal what’s hurting me
Come be the therapy for me
And me for you, tonight
Huh? Het vriendinnetje of de beoogde bedgenote ( er even vanuit gaande dat het hier om heteroseksuele gevoelens gaat) wordt dus gezien als ‘therapie’ voor de pijn die de ik-figuur in het lied ervaart. Of eigenlijk gaat het om de pijn van het niet meer voelen, zoals hij in het eerste couplet beschrijft. De ander moet er dus voor moet zorgen dat het weggaat, verdoofd wordt. En eerlijk is eerlijk, daarvoor wil hij in ruil ook wel haar van haar pijn afhelpen.
En dat is natuurlijk hoe we allemaal een groot deel van de tijd om gaan met gevoelens die we niet prettig vinden! We dempen onze pijn met middelen, met pillen, met alcohol, met afleiding, met seks, met sudoko’s, met muziek, met nabijheid van een ander. Pijn, dat nare gat in onszelf, stoppen we vol met wat van buiten komt. En we hebben er ook best wel wat voor over om dat zo te kunnen doen, of het nou om tijd, geld of energie gaat. Maar helpt dat nou écht? Is het therapie, heelt het de wond?
Wat als die ‘vulling’, de pijnbestrijding, weg is? Wat als Armin/James’ vriendinnetje de volgende ochtend de deur uitloopt, terug naar haar eigen leven? Of minder knap en fantastisch blijkt dan ze leek in het licht van de danstent? Het gat is niet geslonken, het gat is niet veranderd, en het wordt alleen maar nog pijnlijker voelbaar als het er nog blijkt te zijn.
Er zijn verschillende manieren om met pijn om te gaan, grofweg te verdelen in er over- of omheen en er doorheen. We sorteren allemaal het makkelijkst voor op optie 1. Maar onderweg komen we er ook bijna allemaal achter dat dat uiteindelijk niet werkt. Negeren, wegstoppen, afleiden, van de ene naar de andere troost vliegen- het helpt niet echt. Er blijft nog ergens een stinkende, etterende wond zitten, die niet kan genezen onder de zweterige pleister, sterker nog: soms bloedvergiftiging en erger veroorzaakt. Je hebt niks aan een dokter of heelmeester die alleen maar pleisters plakt. In ieder geval moet er goed naar de wond gekeken worden, moet duidelijk worden waardoor hij is ontstaan, wat nodig is om te helen. Soms moet er uitgekrabd en schoongemaakt worden.
Dat voelt in het begin vaak helemaal niet fijn en verzachtend. De pijn van de waarheid is niet comfortabel, maar het helpt uiteindelijk wel het meest om die stinkende wond van de herhalende pijnlijke patronen in je leven de kans te geven een rustig litteken te worden. En natuurlijk gaat dat beter in een inbedding in zachtheid, compassie en echt begrip dan in een omgeving waarin je je schrap moet zetten, waarin de ingreep als een aanval op je leven gaat voelen. Daarom is het fijn en nodig dat een therapeut lief is, en stevig. Hij/zij moet je het gevoel geeft dat kunnen geven dat je vastgehouden wordt, in veilige handen bent. Maar dat alleen is niet genoeg. Het is op zijn best troost, tijdelijke verlichting. Best fijn, maar geen therapie. Op zijn slechtst verergert het zelfs je gevoel van machteloosheid ten opzichte van de pijnlijke zaken in je leven.
Waar je echt wat aan hebt, is als je met steun zelf aan de bak gaat: je wonden leert aankijken en uitkrabben op een manier die echt helpt. Jij leert jezelf te genezen, zodat je wonden op den duur onschuldige litteken kunnen worden, die hooguit af en toe nog wat jeuken bij een rare weersomslag.
NB: voor heel veel mensen is vrijen, seks, intimiteit trouwens helemaal niet zo ontspannend, troostrijk en vanzelfsprekend. Maar dat is weer een ander verhaal, waarover ik een andere keer schrijf.